BRUSSEL Van onze medewerker Peter Dupont VOLGENS EUROPESE MILIEUSATELLIET VOEREN WE MEE RANGLIJST VAN HOOGSTE GEHALTES STIKSTOFDIOXIDE AAN De Europese milieusatelliet Envisat heeft voor de eerste keer een gedetailleerd beeld doorgestraald van de vervuiling door stikstofdioxide op onze planeet. Uit de kaart die wetenschappers van de universiteit van Heidelberg hebben opgesteld, blijkt dat de driehoek gevormd door Vlaanderen/Brussel, zuidelijk Nederland en het Ruhrgebied onder de grootste concentraties van stikstofdioxide te lijden heeft, samen met Noord-Italië en het noordoosten van China. Stikstofdioxide is verantwoordelijk voor long- en ademhalingsproblemen, astma en allergie. Verder speelt het een belangrijke rol in de atmosfeer omdat het aanzet tot de productie van ozon in de troposfeer – het laagste deel van de atmosfeer, op acht tot zestien kilometer hoogte. “Het is nu overduidelijk dat Vlaanderen/Brussel tot de topdrie van de meest vervuilde regio’s ter wereld behoort”, zegt Michel Van Roosendael van het Belgische Instituut voor Ruimte-Aëronomie. “De redenen daarvan zijn de grote bevolkingsdichtheid en de uitstoot veroorzaakt door menselijke activiteiten. Het verkeer, de industrie en de elektriciteitscentrales dragen enorm bij tot het probleem.” Heel Europa blijkt trouwens in meer of mindere mate te zuchten onder stikstof. Enkel het noorden van Schotland en West-Ierland zijn bijna stikstofdioxidevrij. De erg nauwkeurige metingen zijn te danken aan het Nederlands-Duits-Belgische instrument Sciamachy. De Sciamachy kan zelfs het verschil in vervuiling zien tussen het centrum en de periferie van een metropool. In Vlaanderen stelde het toestel de afgelopen anderhalf jaar iets minder stikstof vast in de hemel boven West-Vlaanderen, de Kempen en Limburg, maar nog altijd een stuk meer dan in de Ardennen of Friesland. In vergelijking met de rest van de wereld is Vlaanderen een vuile vlek op de kaart. Sciamachy analyseert op 800 kilometer hoogte weerkaatst zonlicht, waaruit wetenschappers de precieze samenstelling van de atmosfeer kunnen afleiden. Het speelt gegevens door over de samenstelling van de ozonlaag, de concentratie broeikasgassen en luchtvervuiling. Zo levert het veel waardevolle gegevens, die klimaat- en atmosfeeronderzoekers maar ook politici moeten helpen om veranderingen in de atmosfeer beter te begrijpen en te voorzien. Die gegevens worden door het Belgische Instituut voor Ruimte-Aëronomie, samen met de universiteiten van Bremen, Heidelberg, het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut en Stichting Ruimteonderzoek Nederland, geanalyseerd. Bron: Dagblad De Morgen